Taal


Taal is wat wij als mensen gebruiken om te communiceren, maar niet alle communicatie bestaat uit taal. Denk maar eens aan de non-verbale communicatie, bijvoorbeeld het maken van oogcontact of de emotie in je stem.

 

Wist u dat een taalontwikkelingsstoornis (TOS) bij 7% van de kinderen voorkomt? In een klas van 30 leerlingen zijn dat twee kinderen met een TOS. Wist u ook dat een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) slechts bij 1% van de kinderen voorkomt?

Lees hier meer over TOS:

Download
Factsheet-TOS-2020.pdf
Adobe Acrobat document 411.9 KB

Jonge kinderen

 

De taalontwikkeling komt bij kinderen al vroeg op gang; een baby maakt oogcontact met zijn moeder of brabbelt tegen zijn vader. Een baby oefent alvast de taal door het maken van geluiden, blazen van spuugbelletjes of door te huilen. 

 

Rond de eerste verjaardag van een kind komen ook vaak de eerste woordjes. Daarna gaat de taalontwikkeling erg snel. Als een kind twee jaar oud is gebruikt het al ongeveer 200 woorden, kan het zijn/haar eigen naam al zeggen, spreekt het misschien al in twee- of driewoordzinnen en begrijpt het opdrachten als 'Leg de pop op het bed.'. 

 

Als de taalontwikkeling bij uw jonge kind nog achter loopt kunnen wij als logopedisten helpen. Wij kijken dan naar de communicatieve voorwaarden (oogcontact, beurtgedrag, imitatie, luisterhouding en concentratie) en ondersteunen u als ouder in het contact maken met uw kind om zo de taalontwikkeling optimaal te stimuleren. 

 

Bij ons werken logopedisten met veel ervaring in de behandeling van jonge kinderen met taalproblemen en gespecialiseerde Floortime logopedisten.

Floortime is een methode om kinderen die nog geen/onvoldoende communicatieve voorwaarden beheersen te benaderen en zo de ontwikkeling vóór de 'echte taal' te stimuleren. 


Oudere kinderen 

 

Ook bij oudere kinderen kan het voorkomen dat de taalontwikkeling wat extra aandacht nodig heeft. Kinderen kunnen gefrustreerd raken doordat zij zich niet goed kunnen uiten, begrijpen opdrachten niet altijd goed of hebben moeite met het maken van zinnen. 

Als u merkt dat uw kind zich minder goed kan uiten dan leeftijdgenootjes of taal minder goed lijkt te begrijpen dan anderen, dan helpen wij jullie graag. 

 


Meertaligheid

 

Onder meertaligheid verstaan wij het spreken van meerdere talen tijdens het dagelijks leven. Er zijn verschillende vormen van meertaligheid. Zo kan het zijn dat er thuis Turks wordt gesproken en buiten het huis Nederlands. Het kan ook voorkomen dat met broers/zussen Nederlands wordt gesproken maar met ouders Pools. 

 

Er is geen eenduidig antwoord op welke manier het beste is. Het belangrijkst is dat het voor uw gezin werkt en de 'taalregels' (Wanneer spreek ik welke taal?) voor iedereen duidelijk zijn. 

 

Meertaligheid is dan ook nooit een probleem! 

Wel kan het voorkomen dat als u thuis een andere taal spreekt en uw kind naar school gaat er sprake is van een zogenaamde stille periode. In deze periode, van ongeveer zes maanden, luistert uw kind naar de nieuwe taal en koppelt het deze aan zijn/haar thuistaal. Na een jaar kan uw kind talig meedoen met de andere kinderen uit zijn/haar klas en kan zich voldoende duidelijk maken naar de juf of meester.

 

Als een van de talen die uw kind spreekt toch achter blijft kijken wij als logopedisten zeker ook naar de thuistaal. Een probleem in de taalontwikkeling komt namelijk voor in alle talen die uw kind spreekt. Het kan natuurlijk wel voorkomen dat de problemen in de ene taal meer aanwezig zijn dan in de andere taal.